33258 |
witte klaver, steenklaver |
steenklaver:
stīǝn[klaver] (L286p Hamont),
witte klaver:
wetǝ [klaver] (L286p Hamont)
|
Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
20654 |
witte kool |
kabots:
kabuts (L286p Hamont),
kool:
kyəl (L286p Hamont),
sluitkool:
sloeət koeël (L286p Hamont),
wit moes:
wit moes (L286p Hamont),
witte kabots:
witte kaboets (L286p Hamont),
witte kool:
witte koeəl (L286p Hamont)
|
[Goossens 1b (1960)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
akkermannetje:
akkermannetje (L286p Hamont),
koeheerdje:
kuweͅrtje (L286p Hamont),
koehoedertje:
kuhyjərkə (L286p Hamont),
kwikstaart:
zowel de gele als de witte, geldt voor alle kwikstaart-varianten
kwekstēͅrt (L286p Hamont),
kwikstaartje:
kwekstēͅrtjə (L286p Hamont),
kwekste͂ͅrtjə (L286p Hamont)
|
kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] || witte kwikstaart
III-4-1
|
33913 |
witte vlekken |
duivelsvlekken:
dyvǝlsvlɛkǝ (L286p Hamont)
|
Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s]
I-9
|
34195 |
witte vloed |
vloed:
vlūǝt (L286p Hamont)
|
Baarmoederontsteking. Een voortdurende uitvloeiing van etter uit de schaam. Zie ook het lemma ''baarmoederontsteking'', ''witte vloed'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 28; A 48A, 42; N 3A, 99]
I-11
|
24574 |
witte waterlelie |
waterlelie:
-
wo:ətərle:li (L286p Hamont)
|
witte waterlelie [DC 49a (1974)]
III-4-3
|
20620 |
wittebrood |
mik:
mek (L286p Hamont),
mik (L286p Hamont),
Syst. Frings Mik = wittebrood.
mek (L286p Hamont, ...
L286p Hamont)
|
Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wit brood [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
18867 |
woede |
colre (fr.):
kəlééərə (L286p Hamont)
|
gramschap. drift
III-1-4
|
17890 |
woelen |
schravelen:
Vernl. schrafelen.
schravelen (L286p Hamont)
|
woelen, door woelen omhooghalen
III-1-2
|
24907 |
woensdagx |
woensdag:
wunzeͅx (L286p Hamont)
|
woensdag [ZND 10 (1925)]
III-4-4
|