e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigen zuiken: soeken (Hamont) zuigen III-2-3
zuinig bijeenhoudend: hij is zū bīənhawənd (Hamont), erg: ēͅrch (Hamont), nauw: nāw (Hamont), zuinig: zynech (Hamont) Hij is zo spaarzaam (nauwziend, hij houdt het bijeen, en andere uidrukkingen met dezelfde betekenis). [ZND 07 (1924)] III-3-1
zuiveren rijzen: rijzen (Hamont) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zult, preskop preskop: preskoͅp (Hamont) varkenskop die gekookt, gehakt en geperst wordt en in schalen of teilen wordt gemaakt; hoofdkaas [ZND 49 (1958)] III-2-3
zure oprisping zuur: t zur heͅmən (Hamont), t zūər heͅmən (Hamont), zōēr (Hamont) Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuring (alg.) zurkel: zørəkəl (Hamont) zuring, groente III-4-3
zuring, groente zulker: zøləkər (Hamont), zurkel: zurkel (Hamont), zørəkəl (Hamont), zuurmoes: zuurmoes (Hamont) Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2b (1963)] I-7
zuster zuster: zuster (Hamont), zustər (Hamont) zuster [ZND 04 (1924)] III-2-2
zuur oprispen het zuur hebben: t zur heͅmən (Hamont), t zūər heͅmən (Hamont) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurdeeg hevel: hēvǝl (Hamont), hē̜vǝl (Hamont) Door gisting verzuurd deeg, gebruikt als rijsmiddel om nieuw brood te maken. Het is overschot van het deeg dat de vorige keer is gebakken. Met zuurdeeg wordt roggebrood gebakken, terwijl voor witbrood brouwersgist wordt gebruikt. Het zuurdeeg wordt in een bepaalde vorm, meestal broodvorm, gekneed en aan de bovenkant van een gaatje voorzien waarin een handvol zout wordt gedaan. Ook maakt men met de vinger wel eens een kruisje waarop men dan zout strooit. Tot de volgende bakdag wordt het zuurdeeg in de baktrog of in een doek of pot of in de kelder bewaard. Voor het gebruik wordt de droge korst van het zuurdeeg afgesneden en de rest in warm water gebrokkeld en geweekt (Weyns blz. 45). [N 29, 23a; N 16, 75; N 29, 23b; L 1a-m; L 2, 21b; LB 2, 236; OB 2, 4; OB 2, 6; JG 1b add.; S 6; S 6 add.; monogr.] II-1