30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pø̄mstīn (Q002p Hasselt),
pø̜jmstīn (Q002p Hasselt)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
broebels (Q002p Hasselt),
brobbeltjes:
brebəlkəs (Q002p Hasselt),
maaitjes:
māi̯kəs (Q002p Hasselt),
puistjes:
pøͅskəs (Q002p Hasselt),
rotzakjes:
roͅtšeͅkskəs (Q002p Hasselt),
zweertjes:
zwierkes (Q002p Hasselt)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
wambuis:
waməs (Q002p Hasselt)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21479 |
punaise |
punaise (fr.):
penèès (Q002p Hasselt)
|
Punaise.
III-3-1
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tep (Q002p Hasselt),
tøp (Q002p Hasselt),
top:
top (Q002p Hasselt)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
18615 |
puntmuts |
met:
meͅt (Q002p Hasselt),
puntmuts:
pøntmøts (Q002p Hasselt),
tuitmuts:
tøətmøts (Q002p Hasselt)
|
muts, wollen spits toelopende ~ met pluim of kwast [N 25 (1964)] || puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23279 |
purper |
mauve (fr.):
Opm. de ao als in Fr. bon.
maof (Q002p Hasselt),
violet:
violet (Q002p Hasselt)
|
Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
33635 |
putemmer |
emmer:
īmər (Q002p Hasselt),
putemmer:
peͅtīmər (Q002p Hasselt),
wateremmer:
wātərīmər (Q002p Hasselt)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
gaffel:
gafəl (Q002p Hasselt),
pikkel:
pikəl (Q002p Hasselt),
putstijl:
putstijl (Q002p Hasselt),
vork:
vɛrk (Q002p Hasselt),
vɛrək (Q002p Hasselt)
|
[N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
hefboom:
heͅfbum (Q002p Hasselt),
putgard:
pøtgi̯art (Q002p Hasselt),
pɛtgɛərt (Q002p Hasselt),
puthaak:
peͅthōk (Q002p Hasselt),
peͅtōͅk (Q002p Hasselt),
putstek:
peͅtsteͅk (Q002p Hasselt),
pɛtstɛk (Q002p Hasselt),
stek:
stɛk (Q002p Hasselt),
wip:
weͅp (Q002p Hasselt)
|
[Goossens 1b (1960)] [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)]
I-7
|