34546 |
roep- en lokwoord voor de eend |
wiete, wiete, wiete:
wiǝtǝ, wiǝtǝ, wiǝtǝ (Q002p Hasselt)
|
[L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.]
I-12
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tsjiep, tjsiep:
tšep, tšep (Q002p Hasselt),
tšęp, tšęp (Q002p Hasselt)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
tsjoek, tsjoek, tsjoek:
tšuk, tšuk, tšuk (Q002p Hasselt),
tuu, tuu, tuu:
ty, ty, ty (Q002p Hasselt)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (Q002p Hasselt),
kok, kok:
kǫk, kǫk (Q002p Hasselt),
tsiep:
tsep, tsep (Q002p Hasselt),
tsiep, tsjiep:
tsep, tšep (Q002p Hasselt),
tsjiep, tsjiep:
tšep, tšep (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus, kuus:
kuš, kuš, kuš (Q002p Hasselt)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
lem, lem, lem:
lęm, lęm, lęm (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
rupə (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
roepen [ZND m]
III-3-1
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
rauwen:
rø̄ǝ (Q002p Hasselt),
roepen:
rupǝ (Q002p Hasselt)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
21652 |
roeper |
huissier (fr.):
ps. omgespeld volgens Frings.
dən hø͂ͅsīr (Q002p Hasselt),
oproeper:
ps. omgespeld volgens Frings.
dən oͅprupər (Q002p Hasselt),
oͅprupə (Q002p Hasselt)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|