32686 |
stelmechanismen aan de ploeg |
spanschroef:
spansxrǫu̯f (Q002p Hasselt),
spij:
spę̄ (Q002p Hasselt)
|
Aan een ploeg zijn verschillende mechanismen of onderdelen te onderscheiden, die dienen om de diepte en breedte van de voor, alsmede de stand van de werkende delen van de ploeg te regelen. Naar de benamingen hiervoor werd niet in het hele gebied ge√Ønformeerd. Mede daarom werden de betrokken gegevens in één lemma bijeengezet. De regelende onderdelen in kwestie zijn hieronder per soort nader toegelicht. Men vergelijke het vorige lemma. [N 11, 31.IV.d; N 11, 32b; N 11A, 93b + 98a + 98d; JG 1a; monogr.]
I-1
|
22367 |
stelt |
stelt:
steltj (Q002p Hasselt),
[Met afbeelding].
stè.lte (mv.) (Q002p Hasselt)
|
Stelt. [Willems (1885)] || Stelt: 1. Stelt.
III-3-2
|
21487 |
stempelen |
doppen:
doppe (Q002p Hasselt),
sub dop3, werklozensteun.
doppe (Q002p Hasselt)
|
stempelen, 2. "van de steun leven || werklozensteun trekken
III-3-1
|
19522 |
stenen pot, keulse pot |
kroeg:
kroech (Q002p Hasselt),
m.
krux (Q002p Hasselt),
m. mv. kruy\\
krux (Q002p Hasselt),
kroegje:
krijgskə (Q002p Hasselt),
de u kan ook een i zijn om eieren , boter of vlees in te bewaren
kruxskə (Q002p Hasselt),
pot:
pot (Q002p Hasselt),
stenen pot:
m.
stinə poͅt (Q002p Hasselt)
|
een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)] || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
32971 |
stengel, steel |
steel:
stē.l (Q002p Hasselt)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
20417 |
sterfbed |
doodsbed:
dōēëdsbèd (Q002p Hasselt)
|
doodsbed
III-2-2
|
21513 |
sterke / ruwe kerel |
duivel:
dat is een rauwe dievel (Q002p Hasselt)
|
dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
20964 |
sterke drank |
alcohol:
á.lkool (Q002p Hasselt)
|
sterke drank
III-2-3
|
20323 |
sterven |
de hoek omgaan:
de hoek omgaan
den (h)oek imgoa.n (Q002p Hasselt),
hemelen:
(h)ej.mele (Q002p Hasselt),
hij is hemelen = hij is overleden
(h)ej.mele (Q002p Hasselt),
sterven:
ste.rreve (Q002p Hasselt),
zijn kaarsje uitblazen:
zijn kaarsje uitblazen
ze kesken ôêtbloa.ze (Q002p Hasselt),
zijn koker toepitsen:
koker
zenne keu.ker toepitse (Q002p Hasselt),
zijn koot toepitsen:
koot
z’n kêût toepitse (Q002p Hasselt),
zijn korenpijp toedoen:
zijn korenpijp toedoen
z’n keu.repèè.p toedouë.n (Q002p Hasselt),
zijn pijp toepitsen:
pijp dichtknijpen
z’n pèè.p toepitse (Q002p Hasselt),
zijn poeper toepitsen:
poerperd
zenne pōē.per toepitse (Q002p Hasselt)
|
sterven
III-2-2
|
25195 |
sterx |
ster:
staar (Q002p Hasselt),
stār (Q002p Hasselt)
|
ster [ZND 07 (1924)] || ster (hemellichaam)
III-4-4
|