18312 |
geruite jurk |
ruitjeskleed:
retšəsklit (Q002p Hasselt),
reͅtšəsklit (Q002p Hasselt)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21595 |
geschiedenis |
historie:
ien histeuri vertêlle (Q002p Hasselt),
iet:
eͅns īt vərtēͅllə (Q002p Hasselt),
vertelsertje:
ə vertēͅlsərkə vertēͅle (Q002p Hasselt)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
33111 |
geselblok |
ezel:
ēzǝl (Q002p Hasselt)
|
Doorgaans werd voor het grof dorsen een ladder of iets dergelijks gebruikt. Soms construeerde men speciaal voor het grof dorsen een apartstuk gereedschap. In dit lemma staan de enkele benamingen daarvan bijeen. Bij de opgaven haspel en schoofreek werd door de zegsman een tekening toegevoegd, die hier wordt overgenomen (afbeelding 9, a en b). Bij zijn tekening noteert de zegsman van L 330 nog: "Een haspel is een houten rol, van een boomstam gemaakt, die draaide rond een as waarvan de uiteinden in een opvouwbare houten schraag waren gestoken. In de rol waren spijkers zonder kop geslagen die 3 à 4 cm uitstaken. Als met een ''schob graan'' hierop geslagen werd, begon de rol te draaien en werden zowel graankorrels als kortstro verwijderd. Men hield dan een ''sjauf sjtreu'' over: lang en glad stro dat men gebruikte voor het maken van dakpanpoppen." [N 14, 15c; JG 1d]
I-4
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
dekselen:
plat
dèksele (Q002p Hasselt),
franjelen:
Zie Hassel Wb. s.v. :franjelen"en s.v. "franje"2a lief, klein meisje; b. lief meisje
fraaj.ndzjele (Q002p Hasselt),
het doen:
het douë.n (Q002p Hasselt),
kajoeteren:
plat
kajōēë.tere (Q002p Hasselt),
knippen:
plat
knippe (Q002p Hasselt),
nagelen:
nagelen
nèchele (Q002p Hasselt),
overkomen:
menne man ki.m ne mie ee.ver: mijn man komt niet meer over = heeft geen gemeenschap meer met me
ee.verkeu.me (Q002p Hasselt),
rijden:
rijden
rèèn (Q002p Hasselt)
|
doen || gemeenschap hebben || gemeenschap hebben (plat) || geslachtsgemeenschap hebben (plat) || geslachtsverkeer hebben || óverkomen; gemeenschap hebben
III-2-2
|
33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmęx (Q002p Hasselt)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
leidvaars:
lē̜vi̯ās (Q002p Hasselt)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
33328 |
gesloten boerderijtype |
toe winning:
tø̜̄ [winning] (Q002p Hasselt)
|
De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4]
I-6
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
kapel:
kapel (Q002p Hasselt)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kapoǝ.n (Q002p Hasselt),
kapūǝ.n (Q002p Hasselt),
kǝpuǝn (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hā.mǝl (Q002p Hasselt),
hāmǝl (Q002p Hasselt)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|