24318 |
graat |
graat:
grāōt (Q002p Hasselt),
grōͅt (Q002p Hasselt),
graten"niet fon gedocumenteerd
graten (Q002p Hasselt),
vlim:
vlùm (Q002p Hasselt)
|
graat [Willems (1885)] || graat ve vis [ZND m] || graten ve vis [ZND 24 (1937)] || visgraat
III-4-2
|
34602 |
grabben |
grabben:
(enkelv)
grap (Q002p Hasselt)
|
Verbindingsstukken tussen de zijleesten [JG 1b]
I-13
|
20137 |
graf |
graf:
een graaf (Q002p Hasselt),
een graaf, twej graven (Q002p Hasselt),
graaf (Q002p Hasselt),
gra͂f, twīə grāvər (Q002p Hasselt),
znd 1 a-m; znd 24, 25;
graaf (Q002p Hasselt),
gra͂f (Q002p Hasselt)
|
Een graf [graf, graaf, jraaf?}. [N 96A (1989)] || Een graf, twee graven (op het kerkhof). [ZND 24 (1937)] || graf [ZND 01 (1922)] || Graf. [ZND 01 (1922)]
III-2-2, III-3-3
|
23481 |
grafkruis |
kruis:
kreès (Q002p Hasselt)
|
Een houten of stenen kruis op een graf [grafkruus, graaf-/jraafkruuts?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20228 |
grafsteen |
grafsteen:
graa.fstie.n (Q002p Hasselt),
vgl. "doodskist"(= zerk met afbeelding
graa.fstīē.n (Q002p Hasselt)
|
grafsteen, zerk || grafsteen; zerk
III-2-2
|
23483 |
grafzerk |
grafsteen:
graafstièës (Q002p Hasselt),
graàfsteen (Q002p Hasselt)
|
Een grafsteen, grafzerk, grafmonument [graf-/graafsteen,-stieën,-sjtein, jraafsjtee, jraafdenkmaal?]. [N 96A (1989)] || Een houten of stenen kruis op een graf [grafkruus, graaf-/jraafkruuts?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19208 |
grappig |
drollig:
mar.: cf. fr. "drôle
drollig (Q002p Hasselt),
knoddig:
knottig (Q002p Hasselt),
e knottig menneke
knottig (Q002p Hasselt),
koddig:
koddig (Q002p Hasselt),
plezierig:
ook materiaal znd 24, 26
plezierig (Q002p Hasselt),
pləzierix (Q002p Hasselt)
|
grappig [ZND 01 (1922)] || knoddig, koddig, grappig || koddig
III-1-4
|
32848 |
gras |
gras:
grã.s (Q002p Hasselt)
|
De algemene benaming voor het gewas, zo uitvoerig mogelijk gedocumenteerd, zodat in de volgende lemma''s naar deze opgaven en naar de klankkaart kan worden verwezen. Op de klankkaart van het type gras zijn de vormen met betoning niet apart aangegeven; men kan bij dit woord aannemen dat het in het gehele polytone gebied sleeptoon heeft. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht.' [N 14, 88a; JG 1b, add.; Wi 54; S 11; L 1 a-m; L 1u, 75; L 20, 26a; L 35, 65; L. 39, 41; A 2, 54; A 4, 26a; A 4, 28; RND 111; monogr.]
I-3
|
32862 |
gras (af)maaien |
afdoen:
āfduǝn (Q002p Hasselt),
afmaaien:
ãfmǭi̯ǝ (Q002p Hasselt),
āf[maaien] (Q002p Hasselt)
|
Hieronder worden de specifieke woorden voor het maaien van het gras opgenomen; vergelijk de toelichting bij het voorgaande lemma. Het object is in alle gevallen "gras". Het woordtype afmaaien is hier het frequentst; per variant van af- staan hier eerst de vormen waarvan het tweede element identiek is aan de in het voorgaande lemma fonetisch gedocumenteerde opgaven voor maaien; daarna de daarvan afwijkende opgaven voor -maaien. [N 15, 15a add.; N 18, 79 add.; A 23, 16 add.; L 35, 85; RND 122 add.; Lu 1, 16 II add.; monogr.]
I-3
|
32850 |
gras of grasland om af te grazen |
weigras:
wē[gras] (Q002p Hasselt)
|
Gras bestemd om afgegraasd te worden. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) gras het lemma ''gras''. [N 14, 89b; monogr.]
I-3
|