e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingezouten ingezouten: engǝzātǝ (Hasselt), engǝzātǝn (Hasselt) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
ingooien (in een kuiltje) gooien: gui̯ǝ (Hasselt), ingooien: ęi̯ngui̯ǝ (Hasselt) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorsteken: vērstię.kǝ (Hasselt) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkappen, eerste slagen maken met de zicht aanslaan: ānslǭn (Hasselt), gang maken: gaŋ mākǝ (Hasselt), inbreken: ęnbrīǝkǝ (Hasselt), inkappen: ę.njkapǝ (Hasselt), inslaan: ęnslǭn (Hasselt) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4
inkarnaatklaver, franse klaver franse klaver: fra.nsǝ [klaver] (Hasselt), frānsǝ [klaver] (Hasselt) Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.] I-5
inkomsten inkom: ps. omgespeld volgens Frings.  ēͅnkøm (Hasselt), inkomen: ps. omgespeld volgens Frings.  teͅnk"mə (Hasselt), intrek: ps. omgespeld volgens Frings.  dən ēͅntrēͅk (Hasselt), trek: ps. omgespeld volgens Frings.  dən trēͅk (Hasselt) inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkopen gaan doen op de markt markten: ps. omgespeld volgens Frings.  goͅn mēͅrəkə (Hasselt), meͅrəkə (Hasselt), meͅrəkə gōͅn (Hasselt) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkorven inkorven: è.nkèrreve (Hasselt) Inkorven: inkorven van duiven. III-3-2
inkt inkt: da ⁄s bleuën ènk (Hasselt), da⁄s bleuën ènk (Hasselt), e.ŋk (Hasselt), ink (Hasselt) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] || inkt [ZND m] || inktpot [ZND 45 (1946)] III-3-1
inkuilen inkuilen: ęi̯nkø̜̄lǝ (Hasselt), kuilen: kø̜̄ǝlǝ (Hasselt) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5