34081 |
kruisbeen |
kruis:
krē̜s (Q002p Hasselt),
kruisbeen:
krē̜sbin (Q002p Hasselt)
|
Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a]
I-11
|
33551 |
kruisbes |
kroenzel:
krouënsel (Q002p Hasselt),
kroezel:
kroesel (Q002p Hasselt),
krousəl (Q002p Hasselt),
bezie
kroəsəl (Q002p Hasselt)
|
kruisbes [ZND 16 (1934)], [ZND m]
I-7
|
20994 |
kruisbessenvlaai |
kronselenvlaai:
krouenselevla͂.j (Q002p Hasselt)
|
kruisbessenvlaai
III-2-3
|
23313 |
kruisen, kruisdagen? |
kruisen:
kr^ɛ.zər (Q002p Hasselt),
kr^ɛ.əsə (Q002p Hasselt)
|
kruisen [RND]
III-3-3
|
23411 |
kruisweg |
kruisweg:
krèesweg (Q002p Hasselt)
|
Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23413 |
kruiswegstatie |
statie:
stâtie (Q002p Hasselt)
|
Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
26823 |
kruiwagen |
kruikar:
kryi̯kar (Q002p Hasselt),
kruiwagel:
krø̜̄wāgǝl (Q002p Hasselt),
krē.wā.gǝl (Q002p Hasselt),
krē̜.wǭ.gǝl (Q002p Hasselt),
kruiwel:
krē̜.wǝl (Q002p Hasselt)
|
Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.]
I-13
|
34641 |
kruiwagenberrie |
ber(r)en:
bɛrǝs (Q002p Hasselt)
|
Elke van de twee lange draagbomen. Aan de voorzijde zijn de twee berries verbonden met de as van het kruiwagenwiel. Aan de andere kant van de berries bevinden zich de handvaten. Bij de meeste kruiwagens kunnen op de berries zijwanden geplaatst worden, zodat de kruiwagen een bak heeft. Bij de bakkruiwagen zijn deze zijwanden vast, en bij de scheienkruiwagen komen ze niet voor. Onderaan de berries bevinden zich de poten van de kruiwagen. [N 18, 98c + 99 + add; N G, 53a; JG 1a; JG 1b; RND 129; monogr.]
I-13
|
29960 |
kruizeel |
help:
hę.lǝp (Q002p Hasselt),
(mv)
hɛlpǝ (Q002p Hasselt),
kruiwagelriem:
krē̜wāgǝlrīm (Q002p Hasselt),
kruiwelriem:
krē̜.wǝlrī.m (Q002p Hasselt),
riem:
rī.m (Q002p Hasselt),
zeel:
zēl (Q002p Hasselt)
|
Riem die om de schouders gelegd wordt en aan de berries van de kruiwagen wordt vastgemaakt om het werk van de voerder te verlichten. Zie ook het lemma kruizeel in wld II.9. [N 18, 99, 100; JG 1a; JG 1b; JG 2a; JG 2b; JG 2c; L B, 90; L 35, 31; A 42, 16; monogr]
I-13
|
17749 |
krullen |
krullen:
krèllə (Q002p Hasselt)
|
krullen [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|