e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwitantie kwitantie: ps. omgespeld volgens Frings.  kətansə (Hasselt, ... ), ən kətansə (Hasselt) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
laag grond couche (fr.): kux (Hasselt), laag: lōx (Hasselt), ps. omgespeld volgens Grootaers.  lōͅch (Hasselt) laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4
laag schoven op de wagen laag: lū.x (Hasselt), lǭx (Hasselt) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laaggelegen weidegrond broek: bruk (Hasselt) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagliggende akker lage labeur: lēgǝ lābēr (Hasselt) Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b] I-8
laagte in een akker zonk: zuŋk (Hasselt) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap laagte: lēxtǝ (Hasselt), lē̜i̯xdǝ (Hasselt), līxtǝ (Hasselt) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) bot: bot (Hasselt), boͅt (Hasselt, ... ), -> e par botte.  botte (Hasselt), -> e paör botte.  bot (Hasselt), -> twij botte.  bot (Hasselt), Fr. botte. Zie ook afb. p.263.  bot (Hasselt), stevel: stievel (Hasselt), Zie ook afb. p.431.  stej.vel (Hasselt), steveltje: -> e par -.  stieberkes (Hasselt) laars [ZND B1 (1940sq)] || laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] || Laars, een paar laarzen [ZND 37 (1941)] || Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] || stevel: hoge laars, inz. hoge ruiterslaars III-1-3
laars met sluitriempje rijbot: rēboͅtə (Hasselt), reͅboͅtə (Hasselt) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3
laars tot of boven de knie lange bot: laŋ boͅtə (Hasselt), stevel: stīvəls (Hasselt) laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3