17610 |
lange neus |
lange neus:
lang nàs (Q002p Hasselt),
lang nâs (Q002p Hasselt),
lange snuit:
en lang sneoët (Q002p Hasselt)
|
een lange neus [ZND 39 (1942)]
III-1-1
|
18599 |
lange onderbroek? |
lange onderbroek:
lang onderbroek (Q002p Hasselt),
lang oͅndərbruk (Q002p Hasselt),
langə oͅndərbruk (Q002p Hasselt),
laŋ oͅndəRbRuk (Q002p Hasselt),
onderbroek bet lange pijpen:
oͅndəRbRuk be laŋ pēpə (Q002p Hasselt)
|
Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18558 |
lange overjas |
pitje:
petšə (Q002p Hasselt),
redingote (fr.):
[Van Dale: redingote, (Fr., verbasterd uit riding coat), <vero.> geklede jas met twee rijen knopen]
rədēͅgoͅ (Q002p Hasselt)
|
jas, lange zwarte (over)~ [pergeerjas, -keel, flankert] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17809 |
langen |
langen:
Geven, b.v. langk mig 5 fr..
langen (Q002p Hasselt),
Geven.
langen (Q002p Hasselt),
Iets geven, b.v. iech lang em (h)et mes al.
lange (Q002p Hasselt)
|
Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
33074 |
langgerekt hok |
hoop:
hup (Q002p Hasselt),
rij:
rē̜ (Q002p Hasselt)
|
De langwerpige stuik waarin de schoven in een dubbele rij tegen elkaar aan staan; zonder menneke. Volgens Goossens 1963, krt. 36 komt deze "walenmandel" met name voor in West-Haspengouw, maar ook elders in Limburg is deze vorm bekend en heeft hij een eigen naam. [N 15, 57a; JG 1d, 2c; Goossens 1963, krt. 36; monogr.]
I-4
|
28424 |
langstrothkast |
langstroth:
langstroth (Q002p Hasselt)
|
Soort bijenkast, Amerikaans van origine. De Langstrothkast wordt wel genoemd "de meest gebruikte bijenwoning ter wereld" (De Roever, pag. 249). Deze Amerikaanse standaardkast heeft geen scharnierende of schuivende delen, noch sponningen, plinten of schuine wanden. Alle onderdelen staan koud op elkaar zonder enige andere verbinding of dichting dan die de bijen zelf aanbrengen. De gewone Langstrothkast heeft tien ramen. Een broedkamerraam van de Langstrothkast heeft een breedte/lengte van 448 mm en een hoogte van 232 mm. [N 63, 9]
II-6
|
20751 |
langwerpig wittebrood |
frans brood:
Syst. Frings
frans˂ bruət (Q002p Hasselt),
melkbrood:
Syst. Frings
meͅlək˂bruət (Q002p Hasselt),
mik:
Syst. Frings
mik (Q002p Hasselt)
|
Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33323 |
langwerpige hoeve |
langhuis:
laŋhø̜̄ǝs (Q002p Hasselt)
|
Het boerderijtype waarbij het bouwwerk één geheel vormt; woonhuis, stallen en schuur zijn achter elkaar geplaatst onder één langwerpig dak. Navraag naar verschil in boerderijbenaming, wanneer de grote deeldeuren in de korte of achtergevel dan wel in de lange zijgevel zijn geplaatst, leverde slechts in drie plaatsen een positief antwoord op. Zie onder de typen gevelhuis en schuurhuis. Waar de opgave identiek is met de naam voor de boerderij in het algemeen (zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1), ook voor de fonetische documentatie van deze opgaven), is doorgaans aangegeven dat dit het enig voorkomende type is en derhalve geen specifieke naam heeft. De betreffende opgaven zijn wel bij de lemmata 1.2.1 - 1.2.6 opgenomen en staan telkens vooraan in het lemma. Bij het type langhuis is niet goed uit te maken of het om een woordgroep dan wel om een samenstelling gaat. Slechts een enkele keer is het woordaccent aangegeven; dan staat het op de eerste lettergreep. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 2. [N 4A, 1a en 2a]
I-6
|
33774 |
langwerpige streep van voorhoofd tot neus |
streep:
strīp (Q002p Hasselt),
witte streep:
wetǝ strip (Q002p Hasselt)
|
Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b]
I-9
|
25079 |
langzaam, traag |
langzaam:
da geiï langzaam (Q002p Hasselt),
di gi langzaam (Q002p Hasselt),
la.nzaam (Q002p Hasselt),
ie als in duits: Wien
da gie langzaam (Q002p Hasselt),
langzamig:
la.nzamig (Q002p Hasselt)
|
langzaam, traag || Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|