e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opbakken opwarmen: ǫpwęrǝmǝ (Hasselt) In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.] II-1
opbollen opbollen: ǫbǫlǝ (Hasselt), opwerken: ǫpwęrǝkǝ (Hasselt) De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te be√Ønvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.] II-1
opbrengst van een aardappelstruik struik: strø̜̄k (Hasselt) Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19] I-5
opeenschuiven opeenschuiven: opīē.n schèève (Hasselt) opeen [schuiven] III-1-2
open broed open broed: ōpǝ broǝt (Hasselt) Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c] II-6
openbare verkoop koopdag: ps. omgespeld volgens Frings.  kūpdāx (Hasselt), oproep: ps. omgespeld volgens Frings.  dən oͅprup (Hasselt), nən oͅprup (Hasselt), oͅprup (Hasselt), uitroep: ps. omgespeld volgens Frings.  dən øͅtrup (Hasselt), øətrup (Hasselt), uitverkoop: ootverkoop (Hasselt), uitverkoep (Hasselt, ... ), uitverkoop (Hasselt), verkoop: ps. omgespeld volgens Frings.  nə vərkūp (Hasselt) Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten snelzeiker: Vero.; Vrouwenonderbroek die, dank zij haar eenvoudige constructie, in staat stelde te wateren zonder ze uit te trekken. Rondom was er een +/- 8 cm. brede baalkatoenen band opgestikt; een snoer werd voor de buik met een strik dichtgeknoopt. Zie ook afb. p.413  sne.lzee.ker (Hasselt) *snelzeiker III-1-3
opgewarmde koffie sloor: Syst. Frings  slø.r (Hasselt), zaan: Syst. Frings  zōͅn (Hasselt) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3
opgroeiend jong kipje pulletje: pē̜lǝkǝ (Hasselt) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophanger lint: lènt (Hasselt), lits: lets (Hasselt), lits (Hasselt), strop: strop (Hasselt, ... ) Het lusje waarmee men de jas kan ophangen. [N 59, 125; Gi 1.IV, 37] || Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)] || lus: 1) lusje aan kraag om jas op te hangen II-7, III-1-3