e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pepermunt muntebol: muntebol (Hasselt) pepermuntje III-2-3
perenboom perenboom: peereboeëm (Hasselt) perenboom I-7
perenstroop perenstroop: piǝrǝstrūp (Hasselt) Stroop, gemaakt van peren. [N 57, 34b; N 57A, 6; monogr.] II-2
persen apprehensie maken: apprehensie maken (Hasselt), persen: posǝ (Hasselt), werken: werken (Hasselt) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] || Het persen van de stof met een zwaar ijzer. [N 59, 77; monogr.] I-11, II-7
pershoning pershoning: pɛrshø̄ǝneŋ (Hasselt) Honing die men verkrijgt door de raten te persen, zodat de honing eruit loopt. Na verwijdering van de blanke, gave stukken raathoning doet men de onregelmatige stukken honingraat, nog niet verzegelde honing, open en gesloten broed, stuifmeelraten, grof werk, moerdoppen, dode bijen en ander afval in zakken van kaasdoek. Deze legt men in de honingpers, waarin ze onder grote druk de nog resterende honing prijs geven (De Roever, pag. 167). Deze geperste honing blijft echter na zeven en klaren toch een produkt van mindere kwaliteit. [N 63, 116b; N 63, 115d; N 63, 115c; JG 1a; monogr.] II-6
perslap, strijklap perslap: poslap (Hasselt) De perslap is een linnen of katoenen vochtige lap, die tijdens het persen en afglanzen tussen de stof en het persijzer wordt gelegd. Volgens Papenhuyzen III (pag. 8) is het het beste een linnen perslap te gebruiken, omdat deze de stof veel beter afglanst en niet zo vlug doorperst. [N 59, 28; N 59, 20; monogr.] II-7
perslatwerk leertje: līrkǝ (Hasselt) Laddervormig latwerk dat over een kuip of ton gelegd wordt. Met de hand drukt de imker de perszak op dit latwerk, opdat de honing eruit kan vloeien. [N 63, 122d] II-6
persoon met een lastig karakter lastige, een -: ne lestige (Hasselt) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
perszak perszak: pɛrszak (Hasselt) Poreuze zak van onder meer kaasdoek gemaakt, waarin de ruwe honing wordt verzameld. Men legt deze zak in de honingpers. Onder de druk van de pers komt de honing naar buiten. Wat er uiteindelijk in de perszak overblijft, heeft slechts nog waarde als bemesting. [N 63, 122b; N 63, 122c; monogr.] II-6
perzik brugnon (fr.): half perzik - half pruim; fr. brugnon  briejōēël (Hasselt), merketon: cf. Rijnl Markatone, << Sp. Melecoton  markatóng (Hasselt), pche (fr.): peͅš (Hasselt, ... ), pèsj (Hasselt), peetsel: pjàà(t)sel (Hasselt), pjersel: pjā`rsəl (Hasselt), pjārsəl (Hasselt), wijnperzik; cf. Schuermans sub peerdsel  pjḁḁrsel (Hasselt) [ZND 05 (1924)]bloedperziek || perzik [ZND 05 (1924)] || perzik, soort I-7