e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rapen rapen: rā.pǝ (Hasselt) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rāsp(ə) (Hasselt), v.  rasp (Hasselt, ... ) rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
rat rat: rat (Hasselt, ... ) rat [Willems (1885)] III-4-2
ratel ratel: ratel (Hasselt) Ratel. [Willems (1885)] III-3-2
ratelsleutel racagnac: rakǝnják (Hasselt) Dopsleutel met een ratelhandvat als wringstaaf. Het ratelhandvat werkt sneller dan een gewone sleutel, omdat niet telkens de greep op de sleutel hoeft te worden veranderd. De ratel kan met behulp van een knop linksom of rechtsom worden omgeschakeld. Zie ook afb. 201. [monogr.; N 33, 300k] II-11
raten inkorten uitsnijden: ø̄tsnęjǝ (Hasselt) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw rauw: rao vliesch (Hasselt), rauw vleesch (Hasselt), reu vlies (Hasselt, ... ) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten rakkeren: rakeren (Hasselt), ravotsen: ravotze (Hasselt), revotse (Hasselt), Ki. ravotten, luxuriari, popinari (zondige genoegens zoeken), S. en C.V. ravotsen, Rijnl. rafotzen sich herumbalgen.  ravotse (Hasselt), ravotten: ravotte (Hasselt), rotsen: rotsen (Hasselt), wrusselen: Misschien bij Nl. fronselen frommelen, kreukelen (freq. bij fronsen < Fr. froncer), zoals Kil. bruystigh naast Nl. bronstig.  fr"e.sele (Hasselt) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] || Ravotten. || Stoeien: 1. *Fruiselen, stoeien, lichtjes worstelen. III-3-2
recht vooruitstoten met de armen duwen: døͅn (Hasselt), stoten: stuətə (Hasselt), stuiken: stuiken (Hasselt) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte, vormeloze benen motbenen: motbenen (Hasselt), olifantspoten: (olifantspoten)  øələfanspouətə (Hasselt), plotten: plotte (Hasselt), varkenspootjes: i.e. korte, rechte benen.  verəkəspitšəs (Hasselt), voetballistenbenen: i.e. dikke benen.  fudbalestəbin (Hasselt) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1