e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beukennootje beukel: bokkel (Hechtel) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3
beurs, overrijp mals: mals (Hechtel), te rijp: te rèp (Hechtel) beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3
bevruchten treden: trē̜.n (Hechtel) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederhoek: vōi̯ǝrhok (Hechtel) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen rondtrippelen: rond triepelen (Hechtel) Beweeglijk rondlopen (trippelen, ritsen, kwinkeleren). [N 109 (2001)] III-1-2
bewieroken wieroken: wiereken (Hechtel) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolkte lucht betrokken lucht: betrokken locht (Hechtel, ... ), dikke lucht: dikke locht (Hechtel, ... ), overtrokken lucht: də loͅxt es øvərtroͅkə, Yə zit Yen steͅrə (Hechtel) bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4
bezadigd bezadigd: ook materiaal znd 21, 18  ne bezaidigde man (Hechtel) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Hechtel), bezem: bɛsəm (Hechtel, ... ), bɛ̝səm (Hechtel) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stēəl (Hechtel) bezemsteel [RND] III-2-1