e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een kledingstuk kot: e koot in een kous (Hechtel), ’n koot in n kous (Hechtel) een gat in een kous [ZND 23 (1937)] III-1-3
gat, opening gat: gāət (Hechtel), kot: kōt (Hechtel) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) gater: gāətər (Hechtel), koter: kōtər (Hechtel) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebed gebed: gebed (Hechtel) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebeeen (Hechtel) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebedsweek gebedsweek: gebedsweek (Hechtel) Een gebedsweek. [N 96B (1989)] III-3-3
gebit gebeet: gǝbē.t (Hechtel), gebit: gebaet (Hechtel), gebeet (Hechtel, ... ), het gebeet van den ouden mans is nog gans volledig  volledig gebeet (Hechtel), tanden: taan (Hechtel) een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog helemaal gaaf. [ZND 45 (1946)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
geboortefeest kindjeskermis: kinnekeskermis (Hechtel) De feestelijke koffiemaaltijd die de kraamvrouw na de kerkgang thuis hield met de vrouwen uit de buurt [kindjeskoffie, kindjeskermis?]. [N 96B (1989)] III-3-2
gebouw bètiment (fr.): batimeͅnt (Hechtel, ... ), gebouw: gebouw (Hechtel, ... ), huis: hōͅs (Hechtel, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebreide wollen muts wollen muts: woͅlləmu̯ts (Hechtel) vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3