e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heilig hartscapulier heilig hartscapulier: h hartskapulier (Hechtel) Een H.Hart-scapulier. [N 96B (1989)] III-3-3
heilig harttafeltje pidestal (<fr.): pieedestal (Hechtel) Pedestal, console, tafeltje waarop het H.Hartbeeld in de huiskamer staat [H.Harttafeltje, -töffelke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heilige hostie communie (<lat.): communie (Hechtel) De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)] III-3-3
heilige, zalige heilige: hailigen (Hechtel), ⁄n hellige (Hechtel), e zoals Frans mes  n helige (Hechtel) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
heiligenmedaille medailletje (<fr.): medalieke (Hechtel) Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heizeis hak: hak (Hechtel), heizeissie: hē̜zē̜.si (Hechtel) Zeis of een soort hak waarmee men hei maait of zoden hakt. In de regel heeft de heizeis √©√©n handvat. [JG 1a, 1b] I-8
heizode rus: røs (Hechtel) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8
hemel hemel: dən e.məl (Hechtel) hemel [RND] III-3-3
hen met kuikens brokhen: brokhen (Hechtel) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hengsel hengel: hɛŋəl (Hechtel) hengsel [ZND 43 (1943)] III-2-1