e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heuvel berg: bɛrx (Hechtel), bergje: bɛrxskǝ (Hechtel), bɛrxskǝn (Hechtel), heuveltje: hø̄vǝlkǝ (Hechtel) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte berg: ⁄n berg (Hechtel), bergje: bergske (Hechtel), bergsken (Hechtel), heuveltje: heuvelke (Hechtel), hoogte: wa ⁄n hugde (Hechtel) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vers: vars (Hechtel) hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: hij aardt ná ze vaier (Hechtel) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen kuimen: kø̜u̯mǝn (Hechtel) [JG 1a, 1b] I-11
hijgen naar adem, reutelen snakken: hij snakt (Hechtel) Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)] III-2-2
hik hik: hik (Hechtel) Hik (hikkepik, nikkop, nik). [N 109 (2001)] III-1-2
hinkelblokje perksteen: perkstieên (Hechtel), perrikstiên (Hechtel) Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelen hinken: hinken (Hechtel), perkhinken: pêrkhinken (Hechtel) Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hinkelperk perk: perrik (Hechtel) Welke vorm heeft het spel dat op de grond wordt getekend? Teken dit op een afzonderlijk blaadje en schrijf de namen van de onderdelen in de vakken. [ZND 27 (1938)] III-3-2