e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brief brief: breef (Heek) brief [SGV (1914)] III-3-1
briesen snorken: šnǝkǝ (Heek) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: bryi̯ǝ (Heek) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broeder broeder: broor (Heek) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: brodersjap (Heek) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeibak broeibak: brujbak (Heek) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen broek: brook (Heek) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
broer broer: broor (Heek) broeder [SGV (1914)] III-2-2
brommen, zoemen van een insect brommen: brŏmme (Heek) brommen [SGV (1914)] III-4-2
bron ader: ǭr (Heek) Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8