e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruien schurgen: šø̜rǝgǝ (Heel) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: kroek (Heel) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruim kruim: kroem (Heel) kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruin kruin: kruun (Heel, ... ) kruin [SGV (1914)] || kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruinschering kruinschering: kruunsjaering (Heel, ... ) De kruinschering [kruungsjeëre]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruis kruis: kruuts (Heel), krȳts (Heel) kruis [SGV (1914)] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14] I-9, III-3-3
kruisbeeld crucifix (<lat.): crucifix (Heel), kruis: kruuts (Heel), krūūts (Heel), kruisbeeld: kruutsbeeldj (Heel, ... ), lieveheer: eine livveniër (Heel), onzelieveheer: oosleevenhieer (Heel) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbes kroenzel: kroonsjel (Heel), -  kroonsjele (Heel), mv: -e  kroonsjele (Heel) [DC 13 (1945)]kruisbes I-7
kruisdagen kruisdagen: kruutsdaag (Heel, ... ) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisheer kruisheer: kruutshieër (Heel, ... ) Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)] III-3-3