e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beitelborst borst: bǫrst (Heel) Het verdikte gedeelte aan de bovenzijde van het beitelblad dat tegen het beitelhecht rust. [N 53, 34d; A 14, 12b add.] II-12
beitelhecht handvat: hanjt˲vat (Heel) Het van hout of kunststof vervaardigde handvat van de beitel waarin de beitelarend bevestigd wordt. Zie ook afb. 63e. [N 53, 34f; monogr.] II-12
beitelring halsring: halsreŋk (Heel) Metalen band die om het houten beitelhecht wordt bevestigd om te voorkomen dat het splijt wanneer men er met een hamer op slaat. Een beitelring kan zijn aangebracht aan de boven- of aan de onderkant van het beitelhecht, of op beide plaatsen. Zie ook afb. 63f. [N 53, 34g] II-12
beitelsnede snede: šnē (Heel), šnęt (Heel) Het snijdend gedeelte van de beitelvouw. [N 53, 34b-c; N G, 28] II-12
beitelvouw vouw: vǭj (Heel) Het schuingeslepen uiteinde van het beitelblad, dat uitloopt op een scherpe snede. Zie ook afb. 63b en het lemma ɛvouw van een beitelɛ in Wld II.11, pag. 44-45. Het betreft daar beitels die door de smid worden gebruikt.' [N 53, 34b-c; N G, 28] II-12
beitsen beitsen: bęjtsǝ (Heel) Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.] II-9
bek muil: WLD  mōēl (Heel) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekakt praten bescheten kallen: besjeete kalle (Heel), groots kallen: grueëts kalle (Heel), wie een hollander praten: dae kaltj wie eine Hollenjer (Heel) bekakt praten [N 102 (1998)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten bescheten kallen: besjeete kalle (Heel), groots kallen: grueëts kalle (Heel), wie een hollander praten: dae kaltj wie eine Hollenjer (Heel) bekakt praten [N 102 (1998)] III-1-4
bekendmaken omroepen: oomróópə (Heel) officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)] III-3-1