31982 |
tekenen |
een constructietekening maken:
ęjn kǫnštrøksitęjkǝneŋ mākǝ (L328p Heel)
|
ksitęjkǝnǝ L 271; een constructietekening maken: ęjn kǫnštrøksitęjkǝne [N 53, 205a]
II-12
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
tiləfoon (L328p Heel)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
telefooncel:
tiləfoonsèl (L328p Heel)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (L328p Heel),
tillegram (L328p Heel)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
kweken:
kwēkǝ (L328p Heel),
optrekken:
ǫptrękǝ (L328p Heel)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
30619 |
temperen |
mengen:
meŋǝ (L328p Heel)
|
Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a]
II-9
|
30622 |
tempermes |
tempermes:
tɛmpǝrmęts (L328p Heel)
|
Dun, meer of minder veerkrachtig, geheel plat mes met afgerond uiteinde. Het tempermes wordt door de schilder gebruikt om kleine hoeveelheden verf te mengen en om gewreven verf van de wrijfsteen af te schrapen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Olieverf'. [N 67, 26f]
II-9
|
24004 |
ten doop houden |
ten doop houden:
ten duip haoje (L328p Heel),
ter doop houden:
ter duip haoje (L328p Heel)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
ááfmáákə (L328p Heel)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23638 |
ten offer gaan |
de offergang maken:
offergank make (L328p Heel),
ten offer gaan:
ten offer gaon (L328p Heel)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|