e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tollen rondtirvelen: roondjtirvələ (Heel) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2
ton, maat van 1000 liter ton: tŏŏn (Heel) de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)] III-4-4
toneelspel toneelstuk: toͅnēlsjtøͅk (Heel) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten kijken: laote kīēkə (Heel), tonen: tuine (Heel) tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tong (Heel), tŏng (Heel) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
tong van een schoen tong: toong (Heel) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
tonneau tonneau: tǝnō (Heel) Laag tweewielig rijtuigje voor vier personen met banken in de lengte van de bak en een achteringang. Het heeft vrij hoge wanden met afgeronde hoeken, waardoor het op een ton lijkt, en het is volledig open. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 7; N G, 51; monogr.] I-13
toonbank toonbank: toeanbank (Heel), tōēənbánk (Heel) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torengoud dubbel bladgoud: dø̜bǝl blāt˲gǫwt (Heel) Bladgoud zoals dat bijvoorbeeld voor het vergulden van de haan van de kerktoren wordt gebruikt. Het is volgens de invuller uit L 267 dikker in doorsnede dan normaal bladgoud. [N 67, 11c] II-9
torenhaan t hantje van dn taore?].: toeerehaan (Heel), waerhaan (Heel), windjhaan (Heel) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3