e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanstaan gaden: gáájə (Heel) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
aansteller gaande, een ~: dat is eine gaandj (Heel) zich aanstellen [N 102 (1998)] III-3-1
aanstoot erger: erger (Heel), ergernis: ergernis (Heel) Ergernis, aanstoot [aring]. [N 96D (1989)] III-3-3
aantrekken aftrekken: āftrękǝ (Heel) Gezegd van verf of vernis die na het opstrijken droog en vast wordt. [N 67, 74a] II-9
aanvoerslee schuiftafel: šȳftǭfǝl (Heel) Het verschuifbare gedeelte van een pennenbank waarop het werkstuk tijdens de bewerking geplaatst is. [N 53, 231b] II-12
aanwassen op de tanden haken: hø̜̄k (Heel) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aanwijzen wijzen: wīēzə (Heel) arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
aanzagen half op half verbinden: halǝf˱ ǫp halǝf ˲vǝrbenjǝ (Heel), zwaluwstaart verbinden: žwālywštɛrt ˲vǝrbenjǝ (Heel) Stukken hout die met elkaar verbonden moeten worden, door zagen passend maken. [N 53, 23d] II-12
aanzetstaal aanzetijzer: ānzet˱īzǝr (Heel) Platte of driekante vijl, waarvan één van de smalle zijden glad is gepolijst. Het aanzetstaal wordt gebruikt om het schraapstaal scherp te maken. In Tegelen (L 270) werd als aanzetstaal een volkomen glad geslepen driekante vijl gebruikt. [N 53, 151b] II-12
aar van de lisdodde duivelskluppel: -  duvelsklöppel (Heel, ... ) aar vd grote lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3