e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braambes bramelen: braomel (Heel, ... ), bramelten: braomelte (Heel, ... ), broamelt (mv.: ~te) (Heel), -  braomelte (Heel) braambes [DC 13 (1945)], [SGV (1914)] III-4-3
braambessen bramelen: brǭmǝlǝ (Heel), bramelten: bromǝltǝ (Heel) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamstruik brameltenstruik: broameltestroek (Heel), bramerten: WLD  braomərt (Heel) braamstruik [SGV (1914)] || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3
braden braden: broaje (Heel) braden [SGV (1914)] III-2-3
braken keuken: keuke (Heel), kotsen: kotse (Heel, ... ), overgeven: ēūvergève (Heel), rendez-vous (fr.) doen: Opm. RK: rendez-vous ???  randevoe doon (Heel), spijen: spieje (Heel) kotsen [SGV (1914)] || Overgeven - Kent men het woord kokken, koken i.b.v. overgeven, neiging hebben tot overgeven? Zo ja, uitspraak. [DC 32 (1960)] || overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
brandblaar brandblaar: brandjblaor (Heel, ... ) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
branden branden: branje (Heel), de stoof brantj (Heel) branden [SGV (1914)] || brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
brander van een lamp brander: brenjer (Heel) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandewijn jenever: sjenéévər (Heel) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3
brandhout brandhout: brandjhout (Heel, ... ), brantjhoͅu̯t (Heel), stooksel: sjtoeëksel (Heel) [SGV (1914)]brandhout [SGV (1914)] || Hoe noemt u het brandhout voor de kachel? (brandhout, stoofhout, kapittelhout) [N 104 (2000)] I-7, III-2-1