e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

Gevonden: 4616
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodliggen doodliggen: duǝtlegǝ (Heel) Het doden van de biggen door de zeug, doordat ze erop gaat liggen. [N 76, 31] I-12
doodskist doodskist: doeëdskist (Heel, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodsmantel: doeadsmantjel (Heel) doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] III-2-2
doodsklok doodsklok: doeedsklok (Heel, ... ) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodzonde doodzonde: doeëdzunj (Heel, ... ) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
doof doof: douf (Heel) doof [SGV (1914)] III-1-1
dooien dooien: doeaje (Heel) dooien [SGV (1914)] III-4-4
doop doop: doup (Heel), duip (Heel, ... ) doop [SGV (1914)] || Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: doupbeloftes (Heel), duipbelofte (Heel) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbewijs: duipbewiês (Heel), doopbriefje: duipbreefke (Heel) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3