17685 |
ademen |
ademen:
oame (L328p Heel),
ademhalen:
aom hōōle (L328p Heel),
asemen:
aoseme (L328p Heel)
|
ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aor (L328p Heel),
oar (L328p Heel),
oare (L328p Heel)
|
ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)]
III-1-1
|
23767 |
advent |
advent (<lat.):
advent (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
30714 |
afbijten |
afbijten:
āf˱bītǝ (L328p Heel)
|
Oude verf met behulp van een afbijtmiddel verwijderen. [N 67, 68a]
II-9
|
30593 |
afbijtmiddel |
afbijtmiddel:
āf˱bītmedǝl (L328p Heel)
|
De algemene benaming voor een middel om verf los te weken. Men onderscheidt gelvormige en alkalische afbijtmiddelen. De werkzame bestanddelen van gelvormige afbijtmiddelen zijn een mengsel van dichloormetaan en methanol. De alkalische afbijtmiddelen bevatten calciumhydroxyde of natriumhydroxyde. Zij worden meestal in poedervorm aangeboden en dienen voor gebruik met water te worden aangelengd. De invuller uit L 267 onderscheidde brandbare en onbrandbare afbijtmiddelen, terwijl men in Q 111 afbijtmiddelen in de vorm van pasta en in vloeibare vorm kende. [N 67, 16a; N 67, 16b]
II-9
|
29364 |
afbranden |
afbranden:
āf˱branjǝ (L328p Heel)
|
Oude verf met behulp van een brandlamp verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Brandlamp'. [N 67, 68b]
II-9
|
19803 |
afdak |
schop:
sjop (L328p Heel)
|
afdak [SGV (1914)]
III-2-1
|
21448 |
afdingen |
afpingelen:
ááfpingələ (L328p Heel)
|
proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
29049 |
afdunnen |
afdunnen:
āf˱dønǝ (L328p Heel)
|
Aangemaakte verf na enkele maanden op juiste dikte brengen door toevoeging van lijnolie en terpentijn. [N 67, 27b]
II-9
|
34247 |
afgeroomde melk |
afgelaten melk:
āfxǝlē̜tǝ mɛlk (L328p Heel),
fuge:
fys (L328p Heel),
ondermelk:
oŋǝrmɛlk (L328p Heel)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|