e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuiken in een kuiltje stuiken: huive schtókke in ⁄n kuilke (Heer) stuiken [knikkers ~ in een kuiltje] [SGV (1914)] III-3-2
stuiver knab: ’ne knap (Heer), knabje: Opm. de eerste e is kort.  ə knepke (Heer), stuiver: schtuiver (Heer) stuiver [SGV (1914)] || stuiver, een ~ [5-centstuk] [stuiver, nikkel?]. Is er verschil in benaming tussen de oude nikkelen en de nieuwe bronzen stuiver? [N 21 (1963)] III-3-1
stuiver (belg.) stuiver: Opm. de ui is kort.  sjtuivər (Heer) Betekenis en uitspraak van: stuiver? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
suiker suiker: sókker (Heer) suiker [SGV (1914)] III-2-3
taart taart: tōērt (Heer) taart [SGV (1914)] III-2-3
tabak toebak: toeba͂k (Heer) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Heer, ... ) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelmes tafelmets: toafelmets (Heer) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) scheut: sjeut (Heer), tak: tak (Heer) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
takken (coll.) tak (mv.): tĕk (Heer), takken: takke (Heer) takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3