e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huishouden huishouden: hōēshāūwe (Heer) huishouden [SGV (1914)] III-2-1
huisjesslak karakol: karkŏl (Heer), Endepols  karekol (Heer) Hoe noemt u de slak die haar huisje op haar rug meedraagt (kerrekol) [N 83 (1981)] || slak, huisjesslak [SGV (1914)] III-4-2
huismus, mus mus: mösch (Heer) musch [SGV (1914)] III-4-1
huisvlieg, vlieg huisvlieg: hōēsvleeg (Heer), vlieg: vleeg (Heer) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] III-4-2
huiveren schuiveren: sch"vere (Heer) huiveren [SGV (1914)] III-1-2
hul hul: höl (Heer) hul (kap) [SGV (1914)] III-1-3
hurken (zich) hukken: huke (Heer), hūke (Heer) hukken [SGV (1914)] || hurken [SGV (1914)] III-1-2
huurhuis huurhuis: heurhōēṣ (Heer) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning godsalder: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  gŏtsalder (Heer), meepenning: meepĕnning (Heer) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk huwelijk: huwelik (Heer) huwelijk [SGV (1914)] III-2-2