e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaam lichaam: lichaam (Heer), lijf: līēf (Heer), lîf (Heer) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || lichaam [SGV (1914)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: lêwater (Heer) leewater [SGV (1914)] III-1-2
licht vriezen vreren: vrere (Heer) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lichte nevel mist en nevel: Nb. mist en nevel worden vaak door elkaar gebruikt (Mis).  mist en nevel (Heer) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lichtgeraakt, kregel gauw opgenomen: gauw opgenómme (Heer), kreutseltig: kreutscheltig (Heer), kwaad: koet (Heer) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4
lied, liedje liedje: le.sjə (Heer), leedsche (Heer) lied [SGV (1914)] || liedje [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: leedsches (Heer) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Heer) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: leefde (Heer, ... ) liefde [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhebben: leefhöbbe (Heer) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4