e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beslissen beslieten: bəsjleetə (Heerlen), beslissen: besjlisse (Heerlen), bəsjlissə (Heerlen) beslissen || iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)] III-1-4
besnijkwast besnijkwast: bǝšni.kwas (Heerlen) Kwast die gebruikt wordt bij het besnijden, het strijken van verf langs de grens van een oppervlak dat niet, of niet met dezelfde verf, bedekt moet worden. In L 265 werden de besnijkwasten gebruikt om sponningen en stopverfkanten te lakken. [N 67, 45a] II-9
besteden aanhangen: ááhángə (Heerlen), besteden: bəsjteedə (Heerlen), verteren: vərtêêrə (Heerlen) geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)] III-3-1
bestek bestek: Verklw. besjteksjke  besjtek (Heerlen) bestek III-2-1
besteken binden: Sub beschtèèke: [...] Te Heerlen zegt men binge, binden.  binge (Heerlen), Sub mei schtèèke: Te Heerlen zegt men binge. In de saks. woordenlijst uit Overijssel van prof. Gallée komt binden ook in deze beteekenis voor.  binge (Heerlen), Te Heerlen. In de 17e eeuw werd het geschenk aan den arm gebonden.  binge (Heerlen), Ze hant mich gebonge op miene namestág, men heeft mij op mijn verjaardag een geschenk gegeven.  binge (Heerlen), schenken: sjīnkə (Heerlen) 2. Een geschenk op den naamdag geven. || [Beschenken bij naam- of verjaringfeest]. || [Geschenk aanbieden bij naamfeest]. || Binden. [Een geschenk geven]. || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] III-3-1, III-3-2
bestellen bestellen: bəsjtèllə (Heerlen) opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)] III-3-1
bestemmen aanwijzen: ááwīēzə (Heerlen), bestemmen: besjtumme (Heerlen), bəsjtömmə (Heerlen) bestemmen || iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)] III-1-4
bestendig weer vast (weer): vas weer (Heerlen), ⁄t is vas weer (Heerlen) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] || lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: WBD/WLD  beer (Heerlen), bes: vrucht bestaat niet / = oude vrouw  besch (Heerlen) bes [SGV (1914)] || Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)] I-7
betalen betalen: betale (Heerlen), de buidel openmaken: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  maak d’r bül oape (Heerlen), geld laten zien: loat ins geld zieë (Heerlen), over de brug komen: uever de bruk koome (Heerlen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  kŏm üver de bruk (Heerlen) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1