e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
samenspannen houden: houwə (Heerlen), samenspannen: sááməsjpànnə (Heerlen) samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sandaal sandaal: sandaal (Heerlen), sendaal (Heerlen) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
sap in planten sap: WBD/WLD  zàf (Heerlen) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht saft: WBD/WLD  zàf (Heerlen), vruchtensaft: WBD/WLD  vruchtəzàf (Heerlen) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
sappig vers: vieës (Heerlen), zaftig: saeftig (Heerlen) sappig [DC 26 (1954)] III-2-3
satijn satijn: satīn (Heerlen) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7
satijnkwastje satijnkwast: satīnkwas (Heerlen) Kleine soort glaceerkwast die bij het nabootsen van mahoniehout wordt gebruikt voor het invegen van de bloem. [N 67, 40] II-9
satinet satinet: satinet (Heerlen) Katoenen, geglansd satijnweefsel; ook half wol, half katoen. [N 62, 80b; N 62, 80a; MW] II-7
saus saus: saoz (Heerlen) saus [RND] III-2-3
sauslepel sauslepel: sauseléëpel (Heerlen), sauslepel  sŏsläepel (Heerlen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1