e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brood uit de oven halen uithalen: ūthoalǝ (Heerlen), uittrekken: ūttrękǝ (Heerlen) Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.] II-1
brood uit het blik of van de plaat halen omkiepen: ømkipǝ (Heerlen) Een eventueel opgegeven object brood, weg e.a. wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 52] II-1
broodje broodje: bruëdje (Heerlen), chrmoule (wa.): Eigen syst.  sjäermōēl (Heerlen), Eigen syst. Klein broodje  sjäermoel (Heerlen), frans broodje: Eigen syst. Rond broodje; geen krenten.  frans brüüdje (Heerlen), kadetje: kadetje (Heerlen), kadetjes (Heerlen), kedetje (Heerlen), #NAME?  kadetje (Heerlen, ... ), Eigen syst. Rond broodje met krenten.  kadetje (Heerlen), krombroodje: Eigen syst. Langwerpig gebogen brood zonder krenten.  krombrüüdje (Heerlen), pistolet: pistolej’s (Heerlen), #NAME?  piestolée (Heerlen), pistelee (Heerlen), Eigen syst. Langwerpig; geen krenten.  pistolee (Heerlen), rolbroodje: rolbruuëdjs (Heerlen) kadetje || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Wat verstaat u onder: sjeermoel (wittebroodje of krentenbroodje?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodkar broodskar: bruǝtskar (Heerlen) Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.] II-1
broodmes broodmes: broadmets (Heerlen), broeëdmets (Heerlen), brōēdmets (Heerlen) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodoven bakoven: bakoavǝ (Heerlen), oven: hoavǝ (Heerlen), oavǝ (Heerlen), ǭvǝ (Heerlen) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap broodsoep: broeëdsoep (Heerlen), broëdsoep (Heerlen), broodspap: Eigen syst.  brōēëdspap (Heerlen) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodplank broodplank: Verklw. broeëdplenksjke  broeëdplank (Heerlen) broodplank III-2-1
broodpop weggenman: weggeman (Heerlen), wegkemaan (Heerlen), Eigen syst.  wegkeman (Heerlen), Verkwl. wegkementje  wegkeman (Heerlen) Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] || wittebroodman III-2-3
broodrek rek: rek (Heerlen) De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53] II-1