31078 |
achterijzer |
hoefijzer van de achterpoot:
hōf˱īzǝr van dǝr axtǝrpūǝt (Q113p Heerlen)
|
Hoefijzer voor de achterhoef van het paard. Het achterijzer heeft meestal een ovale vorm. Zie ook afb. 223b. [N 33, 353; N 33, 354b]
II-11
|
33802 |
achterknie |
achterknie:
axtǝrknēi̯ (Q113p Heerlen),
hak:
hak (Q113p Heerlen)
|
Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12]
I-9
|
31587 |
achternaafband |
navenring:
nāvǝreŋ (Q113p Heerlen)
|
De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.]
II-11
|
31585 |
achterschijf |
slagring:
šlāxreŋ (Q113p Heerlen),
stootscheen:
štuǝtšēn (Q113p Heerlen)
|
Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.]
II-11
|
17651 |
achterste |
achterste:
ächeschte (Q113p Heerlen),
ächteschte (Q113p Heerlen),
kont:
kôônt (Q113p Heerlen),
Soms (als variant van koont).
kôônk (Q113p Heerlen)
|
[N 10c (1961)]achterste [SGV (1914)]
III-1-1
|
19445 |
achteruit |
terug:
trøk (Q113p Heerlen),
terug-u(j):
tryk˱ ȳi̯ (Q113p Heerlen)
|
Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.]
I-10
|
17951 |
achteruitgaan |
wijken:
wiĕkkə (Q113p Heerlen)
|
Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33854 |
achteruittrappen |
stampen:
štampǝ (Q113p Heerlen)
|
Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72]
I-9
|
34584 |
achterwand |
stop:
štop (Q113p Heerlen)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17650 |
achterwerk |
bats:
bats (Q113p Heerlen),
batterij:
battereej (Q113p Heerlen)
|
[N 10c (1961)]
III-1-1
|