19137 |
menen |
menen:
meenə (Q113p Heerlen)
|
van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25544 |
menggereedschap |
meelschup:
męǝlšøp (Q113p Heerlen)
|
De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b]
II-1
|
25545 |
mengmachine voor deeg |
mengmachine:
meŋmašin (Q113p Heerlen)
|
Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103]
II-1
|
33072 |
menneke, binnenste deel van het hok |
kruis:
kryts (Q113p Heerlen)
|
Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.]
I-4
|
20149 |
mens (alg.) |
mens:
alleen gebruikt in de betekenis van vrouw: dat minsch
minsch (Q113p Heerlen),
in de betekenis van (mannelijke) verloofdeen soms als uitroep bij een vrouw; mie lief miensch!
miensj (Q113p Heerlen),
zowel voor man (niet voor echtgenoot) als vrouw; als opmerking van vrouw tot vrouw met sympathiek medelijden
miensj (Q113p Heerlen)
|
mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20470 |
menstruatie |
regels:
reegels (Q113p Heerlen)
|
menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
24212 |
merel |
meling:
meejling (Q113p Heerlen),
mäling (Q113p Heerlen),
mèëling (Q113p Heerlen),
méëling (Q113p Heerlen)
|
Hoe heet de merel? [DC 06 (1938)] || merel [SGV (1914)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17563 |
merg |
merg:
merch (Q113p Heerlen),
merg (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
[N 10a (1961)]merg [SGV (1914)]
III-1-1
|
30023 |
mergelkalk |
mergelkalk:
męrǝgǝlkalǝk (Q113p Heerlen)
|
Kalksoort die wordt verkregen door mergelsteen in een kalkoven te branden. Van Keirsbilck merkt op pag. 180 over de mergelkalk op: ø̄De mergelkalk heet ook 'leemmergel', als er veel leem in aanwezig is. Om hare mindere deugd, in vergelijking van andere kalksoorten, wordt zij weinig of niet gebruikt.ø̄ Het woordtype 'hydrauliekse kalk' (P 176) is een leenvertaling van het Franse 'mortier hydraulique', ø̄waterkalk, kalk die zonder toevoeging van vreemde bestanddelen in korte tijd onder water verhardtø̄. [N 30, 28c; monogr.]
II-9
|
25346 |
merken |
verifiëren:
vǝrviērǝ (Q113p Heerlen)
|
Het rund merken ten teken dat het bij de belastingdienst is aangegeven. [N 28, 2]
II-1
|