28600 |
raten inkorten |
opsnijden:
opšni-jǝ (Q113p Heerlen)
|
Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a]
II-6
|
20529 |
rauw |
rauw:
rōw (Q113p Heerlen),
rŭŭje (Q113p Heerlen)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
kruien:
krūwə (Q113p Heerlen),
ringen:
ringe (Q113p Heerlen),
ruiten:
reute (Q113p Heerlen),
rulsen:
rulse (Q113p Heerlen),
in t bed spelen van kinderen; alles door elkaar werpen
rölse (Q113p Heerlen),
snappen:
sjnapə (Q113p Heerlen),
worstelen:
wy(3)̄sjtələ (Q113p Heerlen)
|
Ravotten. || stoeien [SGV (1914)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raozə (Q113p Heerlen),
roaze (Q113p Heerlen),
schelden:
sjelle (Q113p Heerlen),
schreien:
sjreie (Q113p Heerlen),
tekeergaan:
təkîergaoə (Q113p Heerlen),
tieren:
tiere (Q113p Heerlen),
tîerə (Q113p Heerlen)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] || razen || tieren
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
brul:
bröl (Q113p Heerlen),
razend:
roazend (Q113p Heerlen),
razentig:
roazetig (Q113p Heerlen),
ròəzətich (Q113p Heerlen),
woest:
wus (Q113p Heerlen)
|
razend || razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] || woedend
III-1-4
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
schtoeëte (Q113p Heerlen),
stuiken:
stoeke (Q113p Heerlen)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21356 |
rechtbank |
tribunaal (<fr./lat.):
Van Dale: tribunaal (<Lat.), 1. gerecht; vooral een rechtbank voor bijzondere rechtspleging waaraan niet-juristen deelnemen, zoals in Nederl. in 1944-47 voor politieke delinquenten; -2. (gew.) rechtszitting; - bekeuring.
tribenaal (Q113p Heerlen)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
plompe benen:
plômpe bee (Q113p Heerlen)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33764 |
rechterkant van het paard |
vallemezij:
valǝmǝzii̯ (Q113p Heerlen)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|
24975 |
rechtop |
rechtop:
rèchóp (Q113p Heerlen)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|