e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdacht verdacht: verdach (Heerlen), verdachtig: verdächtig (Heerlen) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdachte zaak koedel?: kŏĕddəl (Heerlen) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdekken (pannen) goed leggen: gōt lęqǝ (Heerlen), omdekken: ømdɛkǝ (Heerlen) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9
verdenking verdenking: vərdinking (Heerlen) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: vərdeenə (Heerlen) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdieping stock (d.): sjtok (Heerlen), štok (Heerlen), štoͅk (Heerlen), zool: zoal (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), zǫǝl (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) etage || Indien men met de schacht(en) tot een bepaalde diepte in het carboongesteente is doorgedrongen, wordt vanuit de schacht een aantal nagenoeg horizontale gangen gedreven. Door deze gangen worden de koollagen in het mijnveld ontsloten. Het uiteindelijke netwerk van deze gangen vormt de verdieping. Een invuller uit Q 121 maakt voor de Domaniale mijn een onderscheid tussen een verdieping bij een hoofdschacht en een verdieping bij een tussenschacht. De eerstgenoemde verdieping noemt hij een "zool" terwijl de verdieping van een tussenschacht volgens hem als een "gesetz" wordt betiteld. De zegsman uit L 286 merkt voor de mijn in Eisden op dat men daar de verdiepingen voorziet van een nummer, bijvoorbeeld "zeshonderd". [N 95, 381; N 95, 174; monogr.] || verdieping II-5, III-2-1
verdiept voegen terugvoegen: trø̜k˲vōgǝ (Heerlen) Terugliggende voegen aanbrengen. [N 32, 34b] II-9
verdiept werk terugliggend: trøkleqǝnt (Heerlen), terugwerk: trykwęrǝk (Heerlen) Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.] II-9
verdord verdord: WBD/WLD  vərdòrt (Heerlen) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdoven bedwelmen: bǝdwɛlmǝ (Heerlen), houwen: hǫwǝ (Heerlen) Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1