24930 |
zwavelx |
zwavel:
sjwèëvel (Q113p Heerlen),
ps. boven de ‰ staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.
šwēəvəl (Q113p Heerlen)
|
zwavel [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
22907 |
zweefmolen |
kettencarrousel:
Zie ook: zjweëfmüele.
kettekarosel (Q113p Heerlen),
zweefmolen:
Zie ook: kettekarosel.
zjweëfmüele (Q113p Heerlen)
|
Zweefmolen.
III-3-2
|
33995 |
zweep |
klats:
klātš (Q113p Heerlen),
peitsche:
pītš (Q113p Heerlen),
rijpeitsche:
rīpītš (Q113p Heerlen),
smik:
šmek (Q113p Heerlen)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18105 |
zweer |
zweer:
sjweer (Q113p Heerlen)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18056 |
zweet |
zweet:
jweet (Q113p Heerlen),
schweet (Q113p Heerlen),
zwèèt (Q113p Heerlen)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18055 |
zwellen |
uitkomen:
ūtkomǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Wilhelmina]),
zwellen:
šwɛlǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits])
|
Gezegd van galerijwanden die opzwellen tengevolge van druk op het gesteente. [N 95, 386]
II-5
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
schwumme (Q113p Heerlen),
sjwumme (Q113p Heerlen),
sjwəmə (Q113p Heerlen),
zjwumme (Q113p Heerlen)
|
zwemmen [RND], [SGV (1914)] || Zwemmen.
III-3-2
|
30102 |
zwemstenen |
poriso:
poryzo (Q113p Heerlen)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|
26367 |
zwengel |
zwengel:
šwøŋǝl (Q113p Heerlen)
|
Soort van gebogen arm met een haaks daarop aangebrachte handgreep waarmee met de hand of door middel een trede boor- en andere machines in beweging worden gebracht. Zie ook het volgende lemma. [N 33, 281]
II-11
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
knuppel:
knø ̞pǝl (Q113p Heerlen),
ploegshaam:
plōxshām (Q113p Heerlen
[(incl de strengen)]
),
warsel:
wēǝšǝl (Q113p Heerlen),
warselen:
wē ̞ǝšǝlǝ (Q113p Heerlen)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|