25613 |
brood uit de oven halen |
uithalen:
ūthoalǝ (Q113p Heerlen),
uittrekken:
ūttrękǝ (Q113p Heerlen)
|
Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.]
II-1
|
25616 |
brood uit het blik of van de plaat halen |
omkiepen:
ømkipǝ (Q113p Heerlen)
|
Een eventueel opgegeven object brood, weg e.a. wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 52]
II-1
|
20710 |
broodje |
broodje:
bruëdje (Q113p Heerlen),
chrmoule (wa.):
Eigen syst.
sjäermōēl (Q113p Heerlen),
Eigen syst. Klein broodje
sjäermoel (Q113p Heerlen),
frans broodje:
Eigen syst. Rond broodje; geen krenten.
frans brüüdje (Q113p Heerlen),
kadetje:
kadetje (Q113p Heerlen),
kadetjes (Q113p Heerlen),
kedetje (Q113p Heerlen),
#NAME?
kadetje (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
Eigen syst. Rond broodje met krenten.
kadetje (Q113p Heerlen),
krombroodje:
Eigen syst. Langwerpig gebogen brood zonder krenten.
krombrüüdje (Q113p Heerlen),
pistolet:
pistolej’s (Q113p Heerlen),
#NAME?
piestolée (Q113p Heerlen),
pistelee (Q113p Heerlen),
Eigen syst. Langwerpig; geen krenten.
pistolee (Q113p Heerlen),
rolbroodje:
rolbruuëdjs (Q113p Heerlen)
|
kadetje || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Wat verstaat u onder: sjeermoel (wittebroodje of krentenbroodje?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25655 |
broodkar |
broodskar:
bruǝtskar (Q113p Heerlen)
|
Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.]
II-1
|
19531 |
broodmes |
broodmes:
broadmets (Q113p Heerlen),
broeëdmets (Q113p Heerlen),
brōēdmets (Q113p Heerlen)
|
mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25500 |
broodoven |
bakoven:
bakoavǝ (Q113p Heerlen),
oven:
hoavǝ (Q113p Heerlen),
oavǝ (Q113p Heerlen),
ǭvǝ (Q113p Heerlen)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
20670 |
broodpap |
broodsoep:
broeëdsoep (Q113p Heerlen),
broëdsoep (Q113p Heerlen),
broodspap:
Eigen syst.
brōēëdspap (Q113p Heerlen)
|
Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19937 |
broodplank |
broodplank:
Verklw. broeëdplenksjke
broeëdplank (Q113p Heerlen)
|
broodplank
III-2-1
|
20706 |
broodpop |
weggenman:
weggeman (Q113p Heerlen),
wegkemaan (Q113p Heerlen),
Eigen syst.
wegkeman (Q113p Heerlen),
Verkwl. wegkementje
wegkeman (Q113p Heerlen)
|
Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] || wittebroodman
III-2-3
|
25617 |
broodrek |
rek:
rek (Q113p Heerlen)
|
De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53]
II-1
|