e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pootjebaden planzen: plansje (Heerlerheide), pootjebaden: pûûtje baade (Heerlerheide) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
pootjesblaas pootjesblaas: pø̄tjǝsblǭs (Heerlerheide) De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b] I-11
portier portier: portēr (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5
portiersloge markenboede: markǝbut (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), penningcontrole: pɛneŋkontrol (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Julia]) De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4] II-5
poten poten: poátǝ (Heerlerheide), zetten: zętǝ (Heerlerheide) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
prei look: loäk (Heerlerheide) [DC 13 (1945)] I-7
preisoep looksoep: schj=ch van chocolade  looksoep (Heerlerheide) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
prikkeldraad tankeldraad: taŋkǝldrǭt (Heerlerheide) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
produktiegereed vaardig: vę̄dex (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198] II-5
proeven proeven: preuve (Heerlerheide), prēūve (Heerlerheide), pruuve (Heerlerheide) proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] III-1-1