e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijk zijn rijk zijn: riek sien (Heerlerheide), riek zie (Heerlerheide) Inventarisatie uitdrukkingen voor: rijk zijn [rijk zijn, zwemmen in zijn geld, een groot fortuin hebben enz. enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
rijksdaalder rijksdaalder: rieksdaalder (Heerlerheide), twee vijftig: twie vieftig (Heerlerheide), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  tweĕfieftig (Heerlerheide) rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)] III-3-1
rijshout, bonenstaak rijs: riezere (Heerlerheide) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] I-7
rijstebrij rijstepap: schj=ch van chocolade  riestepap (Heerlerheide) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstevla: schj=ch van chocolade  riestevla (Heerlerheide) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijzen, uit de aren vallen ruizelen: rȳzǝlǝ (Heerlerheide) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4
ring blinde ring: bleŋ reŋk (Heerlerheide) Het metalen ringetje waarmee de vetergaatjes worden versterkt. Wat betreft het woordtype blinde ring merkt het wbd (zie wbd II, afl. 3, pag. 720 s.v. ring) op dat een blinde ring een ring is die alleen in de voering of in de voeringbies vastzit en niet zichtbaar is aan de buitenkant van het overleer. [N 60, 31a] II-10
ringetjestang ringtang: reŋtaŋ (Heerlerheide) De tang waarmee men de ringetjes in de vetergaatjes bevestigt. [N 60, 46d] II-10
ringondersteuning ringbouw: reŋkbǫw (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]) Gesloten ondersteuning, bestaande uit gebogen staalprofielen. De samengestelde ondersteuning heeft de vorm van een cirkel of een ovaal. De ringondersteuning wordt toegepast wanneer ruimten met grote afmetingen moeten worden ondersteund of wanneer grote drukverschijnselen worden verwacht. [N 95, 342 add.; N 95, 341; monogr.] II-5
rochelen rochelen: rochele (Heerlerheide, ... ), rotsen: rotsə (Heerlerheide) rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)] III-1-2