e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp klomp: [klomp] (Heerlerheide) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp: klomp (Heerlerheide) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte plekken in moeras zomp: zomp (Heerlerheide) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lakschoen lakschoen: lakschjoon (Heerlerheide) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lam (Heerlerheide), lām (Heerlerheide), lammetje: lɛmkǝ (Heerlerheide), schaapje: šø̜ǝpkǝ (Heerlerheide) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammeren: lamǝrǝ (Heerlerheide) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap boekweitspap: schj=ch van chocolade  bookespap (Heerlerheide) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamoen gestel: gǝštɛl (Heerlerheide) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lampekabel lampekabel: lampekabel (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) De kabel die de verbinding vormt tussen enerzijds de accu en anderzijds de lamp die op de mijnpet of -helm van de mijnwerker is bevestigd. [N 95, 257] II-5
lampenkamer lampenboede: lampǝbūt (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De ruimte waar men de mijnlampen onderhoudt en indien nodig repareert. [N 95, 241; monogr.; Vwo 467; Vwo 468] II-5