17953 |
pootjebaden |
planzen:
plansje (Q112a Heerlerheide),
pootjebaden:
pûûtje baade (Q112a Heerlerheide)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34174 |
pootjesblaas |
pootjesblaas:
pø̄tjǝsblǭs (Q112a Heerlerheide)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
27681 |
portier |
portier:
portēr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.]
II-5
|
27682 |
portiersloge |
markenboede:
markǝbut (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
penningcontrole:
pɛneŋkontrol (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia])
|
De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4]
II-5
|
33171 |
poten |
poten:
poátǝ (Q112a Heerlerheide),
zetten:
zętǝ (Q112a Heerlerheide)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
21006 |
prei |
look:
loäk (Q112a Heerlerheide)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
20667 |
preisoep |
looksoep:
schj=ch van chocolade
looksoep (Q112a Heerlerheide)
|
Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33740 |
prikkeldraad |
tankeldraad:
taŋkǝldrǭt (Q112a Heerlerheide)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
28011 |
produktiegereed |
vaardig:
vę̄dex (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (Q112a Heerlerheide),
prēūve (Q112a Heerlerheide),
pruuve (Q112a Heerlerheide)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|