18710 |
tuinwant |
doornhaas:
deure-heuschje (Q112a Heerlerheide)
|
wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19512 |
tuit |
tuitel:
teutel (Q112a Heerlerheide)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20746 |
tulband |
radong:
schj=ch van chocolade
redong (Q112a Heerlerheide)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
27830 |
tussengalerij |
tussenzool:
tøšǝzōl (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Galerij die in de strijrichting van de koollaag wordt gedreven tussen twee verdiepingen in. [N 95, 375; monogr.]
II-5
|
34204 |
tussenklauwontsteking |
gespleten klauwen:
gǝšplītǝ klau̯wǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21648 |
tweede verkoping |
toeslag:
der toeschjlaag (Q112a Heerlerheide)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34234 |
tweespeen |
tweespeen:
twēšpēn (Q112a Heerlerheide)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
33597 |
ui, ajuin |
un:
mv. unne
un (Q112a Heerlerheide)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
33788 |
uier |
udder:
ødǝr (Q112a Heerlerheide)
|
[JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]
I-9
|
34157 |
uieren |
beginnen te udderen:
ødǝrǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.]
I-11
|