e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruim pruim: praam (Heers), proͅəm (Heers) [ZND 34 (1940)] I-7
prutsen chipoteren (<fr.): sipstieərə (Heers), sjipstierə (Heers), frutselen: frutsələ (Heers), frytsələ (Heers) Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] III-1-4
prutswerk gekladder: wa ə gəkladər (Heers), geknobbel: waaə gəknoebəl (Heers), vuil: vowəl (Heers) Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
punt van het blad van de zeis bek: bęk (Heers), punt: pȳnt (Heers) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
purper violet: ps. omgespeld volgens IPA.  veəleͅt (Heers) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] III-3-3
quatertemperdag quatertemperdag: kwatertemperdaag (Heers) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raadsel(tje) raadsel(tje): e ruətsəl (Heers) Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
raam venster: vẽnstǝr (Heers  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapzaadolie raapolie: roǝpō.lǝ (Heers) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd vreemd: dië es hè vreump (Heers) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] III-1-4