e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterdorpel venstersteen: venstǝrstęjn (Heers), zul: zęl (Heers) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
waterketel, moor moor: mor (Heers), mou̯ər (Heers), muu̯ər (Heers) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterput put: pøt (Heers), pøͅt (Heers) [RND 08] [ZND 32 (1939)] I-7
waterring van de mijt waterlaag: wɛtǝrloǫx (Heers) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
wbd: in trek een goede prijs gaan: ps. omgespeld volgens IPA.  ənə gui̯ə prēͅs gon (Heers) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: ps. omgespeld volgens IPA.  kuwədgɛld (Heers) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor verlappen: ps. omgespeld volgens IPA.  vər dīə prēͅs vər’ləppə (Heers) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weddenschap weddingschap: wɛdiŋkschap (Heers), wɛdiŋkska.p (Heers) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe weef: weef (Heers) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wevenaar: weevenier (Heers) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2