20911 |
pruim |
pruim:
praam (P197p Heers),
proͅəm (P197p Heers)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|
18926 |
prutsen |
chipoteren (<fr.):
sipstieərə (P197p Heers),
sjipstierə (P197p Heers),
frutselen:
frutsələ (P197p Heers),
frytsələ (P197p Heers)
|
Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
18930 |
prutswerk |
gekladder:
wa ə gəkladər (P197p Heers),
geknobbel:
waaə gəknoebəl (P197p Heers),
vuil:
vowəl (P197p Heers)
|
Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
bek:
bęk (P197p Heers),
punt:
pȳnt (P197p Heers)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
23279 |
purper |
violet:
ps. omgespeld volgens IPA.
veəleͅt (P197p Heers)
|
Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
23766 |
quatertemperdag |
quatertemperdag:
kwatertemperdaag (P197p Heers)
|
De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
e ruətsəl (P197p Heers)
|
Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
vẽnstǝr (P197p Heers
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
raapolie:
roǝpō.lǝ (P197p Heers)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
vreemd:
dië es hè vreump (P197p Heers)
|
Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|