19850 |
trechter |
trechter:
treͅxtər (P197p Heers)
|
trechter [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
32619 |
trechter op de gierton |
trechter:
trɛ̄.xtǝr (P197p Heers),
zeiktrechter:
[zeik]trɛxtǝr (P197p Heers)
|
In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
19463 |
trede |
trede:
(mv)
trɛi̯dǝr (P197p Heers)
|
De ijzeren opstapper die bij de huifkar aan een van de berries is opgehangen. Bij het rijtuig maakt de trede deel uit van de bak. [N 17, 39; N G, 59d; monogr.]
I-13
|
19292 |
treiteren |
faradien:
gemeen
imant farədzjiə (P197p Heers),
het hart uithalen:
⁄t hat owət hôwələ (P197p Heers),
plagen:
imant pluəgə (P197p Heers),
treiteren:
imant trɛətərə (P197p Heers),
triakelen:
triakelə (P197p Heers)
|
Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)]
III-1-4
|
20485 |
trek, eetlust |
appetijt:
apətɛət (P197p Heers)
|
hij heeft geen eetlust meer [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|
28322 |
trekhaak |
karhaak:
kɛ̄rhǫk (P197p Heers)
|
Haak in de berries waaraan de strengen bevestigd worden wanneer deze strengen geen gebogen ijzer hebben. [N 17, 25a; JG 1b]
I-13
|
33955 |
trekhaken, -ogen |
haamogen:
hǭmou̯x (P197p Heers)
|
IJzeren haken of ogen die aan de voorkant van het haam aan de haamijzers of treiten bevestigd zijn, op elke haamspaan een. Aan die haken of ogen worden de strengen bevestigd waarmee het paard trekt. Er zijn hamen met ogen, dan hebben de strengen aan het uiteinde haken, heeft het haam daarentegen haken, dan zijn de strengen aan het uiteinde van ogen voorzien. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 6a en 6b; N 36, 12]
I-10
|
22743 |
trekharmonica |
monica:
moonika (P197p Heers)
|
Hoe heet het populaire muziekinstrument, dat uit een vierkante blaasbalg bestaat, die met beide handen wordt ineengedrukt of uitgetrokken, terwijl de vingers toesten neerdrukken? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
17898 |
trekken |
trekken:
trekke (P197p Heers, ...
P197p Heers)
|
trekken [ZND A1 (1940sq)] || wij trekken [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
21580 |
trekken en talmen |
afmelken:
ps. omgespeld volgens IPA.
ōͅf’meͅləkə (P197p Heers),
tammelen:
ps. omgespeld volgens IPA.
támmələ (P197p Heers)
|
Trekken en talmen bij de verkoop, n.l. om zoveel mogelijk geld te krijgen [mulken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|