17923 |
vouwen |
plooien:
ploie (P197p Heers)
|
ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
21398 |
vreemde (man) |
vreemde man:
enne vreumde maan (P197p Heers)
|
Een vreemde man. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
32943 |
vregelpaal |
boom:
bom (P197p Heers)
|
In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.]
I-3
|
32944 |
vregelstok |
wringelstek:
vrɛŋǝlstɛk (P197p Heers)
|
De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.]
I-3
|
20294 |
vriend |
vriend:
vrind (P197p Heers)
|
vriend(in) [RND]
III-3-1
|
25203 |
vriesweer |
gevroor:
gevrujer (P197p Heers)
|
vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
20276 |
vroedvrouw |
wijzevrouw:
wēͅzevrouw (P197p Heers),
wijzevrôow (P197p Heers)
|
vroedvrouw [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)]
III-2-2
|
23276 |
vroegmis |
eerste mis:
ju.stə me.is (P197p Heers),
vroege mis:
də vrygə meis (P197p Heers),
vrygəme.is (P197p Heers),
vroegmis:
vreugmès (P197p Heers)
|
De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND]
III-3-3
|
21276 |
vrouw |
vrouw:
dē frouw (P197p Heers),
vro.w (P197p Heers),
vrouw (P197p Heers),
vrow (P197p Heers),
wijf:
wyf (P197p Heers)
|
die vrouw [ZND A2 (1940sq)] || vrouw [RND], [RND], [ZND 11 (1925)]
III-3-1
|
17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
pruim:
proom (P197p Heers),
spleet:
spleet (P197p Heers)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|