e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolk alg. wolk: woͅllək (Heers), woͅlək (Heers) wolk [ZND A1 (1940sq)], [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
wonde wonde: dè woeən git verzwiëre (Heers), won (Heers, ... ) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
wonderdoener mirakeldoener: miraakeldŭnner (Heers) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen mirakels doen: miraakele dŭn (Heers) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen wonen: wunə (Heers, ... ) wonen [ZND 08 (1925)], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
woord woord: e woeöd, er wuëdje, da zen skoon woëod (Heers) Een woord, een woordje, dat zijn schone woorden. [ZND 08 (1925)] III-3-1
worst saucijs: soͅsis (Heers), worst: algemeen verzamelwoord zonder lidwoord  wōͅs (Heers) worst [ZND A1 (1940sq)], [ZND A2 (1940sq)] III-2-3
worstelen worstelen: [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  worstelen (Heers) de tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen] [N 112 (2006)] III-3-2
wortel wortel: wǫtǝl (Heers) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje mollenpootjes: moͅləpoͅu̯itšəs (Heers) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7